Het gebied waarin Maartensdijk ligt, is belangrijk voor de das. Dit dier is een oeroude bewoner van Utrecht en Het Gooi, maar in dat gebied bijna uitgestorven in de periode 1960 - 1980, waarschijnlijk voornamelijk door jacht, vervolging en bestrijding. En later ook door het aanrijden van de schaars geworden dassen door auto’s. Maar nu weer terug, in nog steeds lage aantallen, op veel van de vroeger door dassen bewoonde plekken.
Dassen wonen op hoger gelegen zandwallen met in de directe nabijheid lager gelegen vochtige weilanden. Deze situatie komt voor in het gebied rondom Maartensdijk/Groenekan. Daar bevindt zich de zandige Utrechtse Heuvelrug aan de oostkant, en de vochtige weilanden in het overgangsgebied naar de lage polder van Achttienhoven en Westbroek. De dassen graven hun burchten hier in houtwallen, bosranden of ruige terreinen. Het landschap moet voldoende dekking bieden ( bosjes, houtsingels) en zo weinig mogelijk verstoring.
De tunnels onder de A27 en de spoorlijn zorgen ervoor dat er aansluiting ontstaat met het gebied van Hollandsche Rading en Einde Gooi. De tunnels onder de N234 verbinden de territoria van de dassen van het Prinsenlaan-gebied met de clans van Groenekan/ Beukenburg.